Ik heb het uit mijn geheugen geschrapt
Voormalig Korpschef Politie Twente Piet Deelman
We pakken die directeuren voor het zwaarste
Officier van Justitie Herman Stam
We mochten geen foto's maken
Ex-rechercheur Jan Paalman
De Bruyn van het N.F.I. wist van het gevaar
Ex-rechercheur Jan Paalman
Alles is niet verteld door de brandweer
Ex-rechercheur Jan Paalman
Die brandweerlieden zijn vermoord
Ex-brandweerlid Enschede Herman Zendman
Als je het aansteekt gaat het er wel aan!
Ex-brandweerlid Enschede Herman Zendman
Die banden waren gewist
Ex-brandweerlid Enschede Herman Zendman
Dit is nu staatsgeheim!
Officier van Justitie Henk van der Meijden
Ik betaal je 100% uit als je nu maar weg gaat!
Ex-korpschef Jelle Kuiper
Het interesseerde ze geen bal
Ex-brandweerlid Enschede Herman Zendman
Hij had zwijgplicht, hij mocht niets zeggen
Ex-brandweerlid Enschede Herman Zendman
De houten bodem van containers werd gewoon verzwegen
Ex-rechercheur Jan Paalman
De deuren zijn open gezet door de brandweer
Ex-rechercheur Jan Paalman
Ineens stond alles in lichterlaaie
Ex-rechercheur Jan Paalman
Dan weet je ook wie daar op zaterdag is geweest
Ex-rechercheur Jan Paalman
Het alibi van de werknemers zat niet dicht
Ex-rechercheur Jan Paalman
Ineens kwam de Vries in beeld
Ex-rechercheur Jan Paalman
Je moet je bek houden want je komt er niet weer
Oud-brandweercommandant Enschede Johan Huve
De Vries is de dader, begrepen?!
Leiding Tolteam, Politie Twente

Op zoek naar de onderste steen
Op zaterdag 13 mei 2000, omstreeks 14:45 uur, brak er op het terrein van vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks aan de Tollensstraat te Enschede een brand uit die uiteindelijk, circa 50 minuten later, werd opgevolgd door een aantal explosies.

Wie was daar voorafgaand aan het 'eerste vlammetje', wat heeft zich daar afgespeeld? Uit onderzoek blijkt dat het 'eerste vlammetje' veroorzaakt is door menselijk handelen. 'Wij hadden al gezien, die brand ontstaat niet zomaar', aldus onderzoeker Jan de Bruin van Bureau Interne Zaken van de Politie Gelderland-Midden.
We pakken die directeuren voor het zwaarste
Officier van Justitie Herman Stam
Henk 70 en 25 jaar getrouwd
De familie van Zegeren had op zaterdag 13 mei 2000 dubbel feest. Henk was 70 jaar geworden en in de week voorafgaand aan 13 mei 2000 was het echtpaar ook nog eens 25 jaar getrouwd. Een familielid bestelde voor het feest een vuurwerk-tekstbord.

Op het tekstbord dat besteld was stond de tekst "Henk 70". Maar dit was niet genoeg, blijkt uit nieuwe informatie. Er is een tweede tekstbord besteld door het familielid. Het tweede tekstbord moest de volgende tekst bevatten: "25 jaar getrouwd".

Hennie Kloppenborg, een medewerker van S.E. Fireworks, werd in een verhoor door de Politie Twente op zaterdag 28 april 2001 geconfronteerd met feit dat André de Jong die dag naar het terrein zou moeten om het tekstbord op te halen.

De afluisterapparatuur die Politie Twente in zijn huis plaatste, tijdens het verhoor, zouden van onschatbare waarde zijn. De bedoeling van de rechercheurs was om gesprekken die hij bij thuiskomst met zijn vrouw zou voeren af te luisteren en op te nemen.

Volgens de leider van het onderzoeksteam zou de opnameapparatuur echter niet gewerkt hebben. Ex-rechercheur Jan Paalman bestrijdt dit. Een kopie van de opgenomen gesprekken in zijn woning is verstuurd naar het onderzoeksteam, de originele CD-ROM ligt in de kluis van de KLPD in Driebergen.



De houten bodem
In het proces-verbaal S.F.O.B. van 23 mei 2000 werd de aanwezigheid van containers met een houten bodem op het terrein van S.E. Fireworks niet vermeld. Ook werd deze aanwezigheid in eerste instantie ontkend door technisch rechercheur Klaas Berenst van de Politie Twente. Nadat Berenst in juli 2000 geconfronteerd werd met de houten containerbodems tijdens een teamleiding-overleg, zei hij: "De containers die ik heb onderzocht hadden allemaal een metalen bodem".

Een week later brengt rechercheur Jan Paalman foto's en video-opnamen van het terrein naar het team. Berenst deelde Paalman na het zien van de beelden mede dat delen van de houten bodems reeds in de eerste week na de ramp naar het N.F.I. waren verstuurd voor onderzoek naar de doorbrandtijd. Van de bevindingen van het N.F.I. ontbreekt echter ieder spoor, ze zijn niet gerapporteerd en zijn tevens niet toegevoegd aan het dossier.

Na veel overleg en afstemming tussen de Officier van Justitie, het N.F.I. en de technische recherche van de Politie Twente was de conclusie dat er op het terrein van S.E. Fireworks naast container E2 een aanhangwagen gestaan moest hebben om op die manier te kunnen verklaren dat de container in brand vloog.

Deze aanhangwagen zou in brand zijn geraakt door uitspuwend vuurwerk uit bunker C2 of C4. De aanhangwagen zou vervolgens de container zodanig hebben verhit dat deze explodeerde. Deze aanname is tot feit verheven waardoor de houten bodem uit het dossier kon blijven.

Volgens rechercheur Jan Paalman is er naast container E2 nooit een brand geweest, er zou bovendien nooit een aanhangwagen hebben gestaan. De oorzaak van de brand in container E2 is volgens Paalman gelegen in het feit dat vuurwerk van bewaarplaats C6 terecht kwam onder de houten bodem en een gat sloeg in die bodem. Op deze manier kon de container vlam vatten.

De houten bodem blijkt cruciaal voor de oorzaak van de uitbreiding van brand tot ramp, de bevindingen zijn echter nooit toegevoegd aan het dossier van het Tolteam.


Die brandweerlieden zijn vermoord
Ex-brandweerlid Enschede Herman Zendman

De overheid
Door PD Recherche te Rijssen zijn verschillende brandweermannen benaderd voor het geven van een nadere verklaring omtrent de gebeurtenissen op 13 mei 2000.

In eerste aanleg wilde men meewerken. Later werd er echter medegedeeld dat de brandweerleiding had gezegd dat als er zou worden meegewerkt aan het afleggen van nadere verklaringen, en dat als daarbij zaken aan de orde zouden komen die de brandweer Enschede zouden schaden, er gevreesd moest worden voor hun baan.

Verschillende brandweerlieden hebben daarop besloten omwille van het behoud van hun baan bij de Brandweer Enschede geen nadere verklaringen af te leggen. Ook andere overheidsmedewerkers kregen te maken met vreemde situaties, intimidaties en bedreigingen. Ook zij zwegen tot op heden onder druk van hun leidinggevenden: "Je moet je bek houden want je komt er niet weer!". Toch zijn er medewerkers die een boekje open durfden te doen. Een van de medewerkers zei onder andere: "Die jongens zijn vermoord".

Het ging hierbij onder andere om de handelingen van de brandweer op het terrein van S.E. Fireworks omstreeks 15:25 uur. De brand was op dat moment onder controle. De deuren van de bewaarplaatsen werden op dat moment tegen alle wet- en regelgeving in geopend door de brandweer. Dit gebeurde ondanks de aanduidingen van "ontplofbare stoffen en voorwerpen klasse 1", "vatbaar voor explosie" en de aanduidingen bestaande uit rode borden met daarop de tekst "roken en open vuur verboden".

Uit video-opnamen blijkt dat er enkele momenten later vuurwerk buiten deze zojuist geopende bewaarplaatsen staat. Het vuurwerk wordt dan gecontroleerd afgestoken voor bewaarplaats C6. Hier staan op dat moment meerdere brandweermannen bij te kijken.

Hoe kwam dit vuurwerk buiten de zojuist geopende bunker? En hoe kan het dat dit vuurwerk werd ontstoken? Na deze handelingen ontstond de echte ramp. De brand die hierop volgde, de tweede brand op het terrein van S.E. Fireworks, ontwikkelde zich vervolgens razend snel en werd opgevolgd door een aantal explosies.

Verder blijkt dat de Brandweer Enschede voorafgaand en dus tijdens de vuurwerkramp wel degelijk beschikte over een aanvalsplan. Dit staat haaks op de conclusie van Commissie Oosting die na de ramp door overheid werd aangesteld om onderzoek te doen. Bij de Commissie Oosting verklaarden medewerkers van Brandweer Enschede dat men nog niet aan het fabriceren van dergelijke aanvalsplannen was toegekomen.

"De Commissie Oosting heeft geconstateerd dat de brandweermensen voorafgaand aan de inzet geen inzicht hadden in de aard van het risico object. Door de afwezigheid van een aanvalsplan of bevelvoederskaart voor het bedrijf wisten de brandweerlieden niet wat er, in termen van gevarenklasse, bij S.E. Fireworks lag opgeslagen en zij beschikten niet over informatie over eventuele op het terrein preventieve voorzieningen.". Uit brondocumenten blijkt echter dat de Enschedese brandweer al vanaf 1990 werkte met aanvalsplannen.

Inmiddels hebben betrokkenen verklaard dat er wel degelijk een aanvalsplan was voor S.E. Fireworks en dat dit op 13 mei aanwezig en voorhanden was in het eerst uitgerukte brandweervoertuig. De eerste uitrukploeg kon dus weten wat er zich in de bunkers en containers bevond en hoe men diende handelen. Zo had bijvoorbeeld direct bij aankomst van de brandweer de omgeving geëvacueerd moeten worden.



Culemborg
Alle betrokken ministeries waren na de vuurwerkramp in Culemborg (1991) op de hoogte van het feit dat het gevaarlijk was om vuurwerkopslagplaatsen binnen de gemeenschap te huisvesten.

Onderzoek naar de vuurwerkramp in Culemborg wees in 1991 uit dat vuurwerk opgesloten in een doos, kist, container of bunker vele malen heftiger reageerde dan in het open veld. Met die conclusies is door de verschillende overheidsinstanties niets gedaan.

Onderzoeker de Bruyn van het N.F.I. verklaarde 2003 bij het gerechtshof te Arnhem dat niemand in Nederland wist hoe gevaarlijk vuurwerk was. Uit brondocumenten blijkt echter dat deze onderzoeker al in 1991 het rapport naar aanleiding van de ramp in Culemborg op naam kreeg toegezonden.


Het alibi van de werknemers zat niet dicht
Ex-rechercheur Jan Paalman
De persconferentie
Op 20 november 2011 komt de vuurwerkramp opnieuw in het nieuws. KRO-programma Brandpunt publiceerde geheime bandopnamen van onderzoekers die aangaven dat hun conclusies waren dat er een totaal nieuw onderzoek naar de vuurwerkramp moest komen.

Drie dagen later, op 23 november 2011, was het opnieuw druk in het gemeentehuis in Enschede. Een nieuw onderzoeksteam "VerEsal" presenteerde de resultaten van twee jaar onderzoek in het dossier van de vuurwerkramp, de aanbevelingen van de onderzoekers werden echter niet overgenomen.

Door Van der Griendt, leider van het onderzoekteam, werd na deze persconferentie een bijeenkomst voor betrokkenen belegd om nadere informatie en uitleg te geven over het onderzoek.

Voorafgaand aan deze bijeenkomst werd door Van der Griendt aan enkele genodigden verzocht een akkoordverklaring op geluidsband te geven dat er in de toekomst niets met de informatie, die tijdens de bijeenkomst besproken zou gaan worden, mocht worden gedaan. Het inhoudelijke gesprek mocht dan ook niet opgenomen worden in welke vorm dan ook.



"De vries is de dader!"
Na de ramp komt er een getuige in beeld, mevrouw Lessow, zij verklaarde dat zij op 13 mei 2000 vlak voor het begin van de brand een persoon heeft zien wegrennen met een rode sportbroek aan.

Zes weken na de ramp probeerde André de Vries zijn eigen auto in brand te steken aan de Mina Krusemanstraat in Enschede. De Vries wordt op heterdaad aangehouden. Technisch rechercheur Reint Brinks neemt zijn kleding in beslag, waaronder een rode sportbroek.

Het rode broekje komt op 31 oktober 2000 in beeld bij het Tolteam. Rechercheur Dick Maandag verzoekt vervolgens onderzoeksleider van het team "Brandstichtingen Enschede", Willem Schreurs, om de in beslag genomen kleding af te staan voor het onderzoek van het Tolteam.

Schreurs heeft op dat moment echter geen kleding voor handen. Later die dag geeft Schreurs een plastic tas met daarin de kleding zoals de getuige deze heeft opgesomd in haar verklaring.

In november ruimt technisch rechercheur Reint Brinks zijn kamer op en komt daar de in beslag genomen kleding van De Vries tegen, hij geeft dit aan zijn leidinggevende Willem Schreurs. Schreurs heeft echter op dat moment al kleding in een plastic tas aan rechercheur Maandag gegeven. "Er is dus sprake van verschillende kleding" aldus ex-rechercheur Jan Paalman.

Het andere bewijsmiddel tegen André de Vries was een mobiele telefoon die hij bij zich zou hebben gehad op 13 mei 2000. Het nummer van André eindigde die dag met 859 en niet zoals het Tolteam beweert met 9987.

Op 26 april 2001 werd door rechercheur Jurgen Kukler een proces-verbaal opgemaakt waarin hij aangaf dat het nummer 9987 niet bij André hoorde op die dag. Dat proces-verbaal werd opzettelijk tot en met september 2001 achtergehouden om De Vries langer in voorarrest te kunnen houden volgens onderzoeker Bureau Interne Zaken Jan de Bruin.

Rechercheur Jan Paalman heeft van april tot en met september 2001 er bijna dagelijks op aangedrongen dat dit proces-verbaal moest worden toegevoegd aan het dossier. Dit gebeurde echter niet.

Hans Kamperman heeft vervolgens strafbare feiten begaan door aan rechercheur Jurgen Kukler te vragen om de datum van 26 april 2001 te veranderen in september 2001. Dit weigerde Jurgen Kukler pertinent.

Nadat er op 19 januari 2001 door het N.F.I. aan het Tolteam werd medegedeeld dat er vuurwerkresten in het sportbroekje van de Vries waren gevonden, werd door de dagelijks leider medegedeeld: "Gebak jongens, we zijn klaar! De zaak is opgelost, De Vries is de dader!".



De vuurwerkramp anno nu
In november 2013 kwam er een einde aan de lopende juridische procedures van betrokkenen. Ook de Nationale Ombudsman, die de heer Paalman complimenteerde voor gefundeerde kritiek, schaarde zich achter de uitkomsten van de rijksrecherche. De bittere constatering na 13 jaar is dan ook dat, ondanks inspanning en tal van procedures, tot op heden geen openheid van zaken is gegeven door meerdere instanties. Dit vormde de directe aanleiding voor de totstandkoming van deze documentaire.

Het onderzoeksteam van Bureau Interne Zaken van Politie Gelderland Midden is in 2003 en 2004 geïntimideerd en bedreigd na de vernietigende rapportages over de gedragingen van Tolteam dat de vuurwerkramp onderzocht. "Wij zijn op grove wijze geattaqueerd" aldus Jan de Bruin van Bureau Interne Zaken Politie Gelderland-Midden.

Het meest kwalijke aan de hele gang van zaken is dat korpsbeheerder Jan Mans en korpschef Piet Deelman, in het gemeentehuis te Enschede, al op 17 november 2003 op de hoogte zijn gebracht van deze feiten.

In februari 2014 werd duidelijk dat enkele WOB-verzoeken (Wet Openbaarheid van Bestuur) gegrond zijn verklaard. Volgens de rechtbank is het weinig aannemelijk dat de uitkomsten van het Daslook onderzoek op enig moment nog gebruikt gaan worden voor opsporing en vervolging van strafbare feiten. Ook een ander WOB-verzoek is gegrond verklaard, een klein deel van het VerEsal onderzoek is openbaar gemaakt.


Ik heb het uit mijn geheugen geschrapt
Voormalig Korpschef Politie Twente Piet Deelman



Alles is niet verteld door de brandweer
Ex-rechercheur Jan Paalman